carnavalsvereniging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • car·na·vals·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord carnavalsvereniging carnavalsverenigingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de carnavalsverenigingv

  1. vereniging die participeert in de organisatie van een carnavalsfeest
    • Carnavalsvereniging mag wagen niet afbouwen vanwege drugslab [1] 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen