carillonist
- Geluid: carillonist (hulp, bestand)
- ca·ril·lo·nist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | carillonist | carillonisten |
verkleinwoord | carillonistje | carillonistjes |
de carillonist m
1. iemand die een beiaard of carillon bespeelt
- Het woord 'carillonist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.