Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·cha·ça
enkelvoud meervoud
naamwoord cachaça cachaça's
verkleinwoord cachaçaatje cachaçaatjes

Zelfstandig naamwoord

de cachaçav

  1. (drinken) een suikerrietdistillaat afkomstig uit Brazilië
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid