Nederlands

 
Stukjes chocolade tussen cacaopoeder
Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·cao·poe·der
enkelvoud meervoud
naamwoord cacaopoeder cacaopoeders
verkleinwoord cacaopoedertje cacaopoedertjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het cacaopoeder m of o

  1. een poederachtige substantie die wordt verkregen door het onder hoge druk persen van de cacaomassa van cacaobonen
    • In 1825 legde de Nederlander C.J. van Houten de basis voor de bereiding van cacaopoeder, cacaoboter en chocolade. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid