Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·bar·douche
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cabardouche cabardouches
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het cabardoucheo

  1. goedkoop horecabedrijf met prostituees
     Wie haar streng toespreekt, krijgt haar dan te zien als een hoer in een uitzuipkroeg, of cabardouche, zoals ze het hier zeggen.[2]
     Als je je in een cabardouche in een groezelige Chinese achterbuurt bevond, was dat wellicht omdat iemand ergens een rood neonlicht had aangestoken.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    B.
    Kabberdoeskes (24 december 1960) in: de Stem, jrg. 101 nr. 23555, p. 9 kol. 1
  2.   Weblink bron “”, ebook (2016), Uitgeverij De Bezige Bij b.v., Amsterdam, ISBN 9789023498247, hfst. Een kapotte heup, een halve vent
  3.   Weblink bron
    Hans Bogaert
    “ (2016), ISBN 9789023498940, hfst. Stuntman