cabardouches
- Geluid: cabardouches (hulp, bestand)
- IPA: / kabɑrˈduʃəs / (4 lettergrepen)
- ca·bar·dou·ches
- cabardouche zn met de uitgang -s
de Nederlands mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord cabardouche
- ▸ Over de grens in Frankrijk stonden een paar cabardouches. Ik heb er, echt waar, twee keer binnen gezeten, en ik zag de dames en ik zweer het u, ze leken niet op de dromen die ik had in mijn brein, (…)[1]
- Het woord 'cabardouches' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Paddenkoppenland: roman” (2014), Atlas Contact, Amsterdam, ISBN 9789025443528