buschauffeur
- bus·chauf·feur
- samenstelling van bus en chauffeur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buschauffeur | buschauffeurs |
verkleinwoord | buschauffeurtje | buschauffeurtjes |
de buschauffeur m
- (beroep) iemand die beroepsmatig reizigers vervoert in een bus
1. iemand die beroepsmatig reizigers vervoert in een bus
- Het woord buschauffeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buschauffeur" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be