• bul·len·pees
  • samenstelling van  bul zn  en  pees zn  met het invoegsel -en- , omdat oorspronkelijk delen van de stier als zweep werden gebruikt; in de betekenis van ‘strafwerktuig’ aangetroffen vanaf 1617 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord bullenpees bullenpezen
verkleinwoord - -

de bullenpeesv / m

  1. zweep uit repen stijf samengeknoopt leer, pees of touw
  2. lange wapenstok in gebruik bij de politie met name de Mobiele Eenheid
  3. (bloemplanten) (figuurlijk) benaming voor grote lisdodde Typha latifolia