• bry·te sa·man

bryte saman

  1. overgankelijk breken, ineenstorten, instorten
  2. overgankelijk uitvallen
    «Nettet var designa slik at det ikkje skulle bryte saman sjølv om ein einhet vart satt ut av funksjon.»
    Het internet is zó ontworpen dat het niet uit zal vallen, zelfs niet als een eenheid buiten werking gezet wordt.
  3. overgankelijk, (figuurlijk), (medisch) flauwvallen, in elkaar zakken, instorten