brutowinst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: brutowinst (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bru·to·winst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brutowinst | brutowinsten |
verkleinwoord | brutowinstje | brutowinstjes |
Zelfstandig naamwoord
de brutowinst v
- (economie) (boekhouding) winst van een onderneming voor aftrek van de belastingen
Vertalingen
1. winst van een onderneming voor aftrek van de belastingen
Gangbaarheid
- Het woord brutowinst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.