bruinwangboszanger

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bruinwangboszanger    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• bruin·wang·bos·zan·ger

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  bruin ,   wang zn  en  boszanger zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bruinwangboszanger	bruinwangboszangers
verkleinwoord	bruinwangboszangertje	bruinwangboszangertjes

Zelfstandig naamwoord

de bruinwangboszanger m

1. (zangvogels) Phylloscopus laetus  een zangvogel uit de familie Phylloscopidae . Deze soort komt voor in Burundi, Congo, Rwanda en Oeganda en telt 2 ondersoorten

Hyperoniemen

• boszangers, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'bruinwangboszanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.