brouwerij
- brou·we·rij
- Naamwoord van handeling van brouwen met het achtervoegsel -erij of afgeleid van brouwer met het achtervoegsel -ij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brouwerij | brouwerijen |
verkleinwoord | brouwerijtje | brouwerijtjes |
de brouwerij v
- (bedrijf) een bedrijf dat zich toelegt op het brouwen van bier
- België kent een groot aantal brouwerijen.
- ▸ En dan heb je nog de kosten op de trail zelf: eten, de resupplypostpakketkosten, hostel- en motelkosten enzovoort. Je bent hier al met al tussen 2.500 euro tot 4.500 euro aan kwijt. Verder tikten de IPA-craft biertjes uit de lokale brouwerijen ook aardig aan.[1]
1. een bedrijf dat zich toelegt op het brouwen van bier
- leven in de brouwerij brengen
een bepaalde plek levendiger maken; zorgen dat er iets gebeurt
- ▸ Tatertot was een prachtige vrouw van in de dertig die bij de start van haar PCT haar hoofd tegen de hitte had kaalgeschoren. Ze hield van extremen, een avontuurlijke levensgenieter die altijd leven in de brouwerij bracht.[1]
- Het woord brouwerij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brouwerij" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be