brouter

  1. overgankelijk (dierkunde) (van de planteknoppen, plantescheuten) knabbelen
    «La silva proche des habitats fut totalement modifiée par l'action de l'homme qui traçait ses sentiers, taillait des arbres, bûcheronnait, pendant que ses bêtes broutaient les feuilles et les jeunes pousses.»[3]
    Het bos in de buurt van de bebouwde kom werd door de activiteit van de mens, die zijn paden aanlegde, bomen snoeide en omhakte, volledig gewijzigd, terwijl zijn beesten aan de bladeren en de jonge scheuten knabbelden.
  2. overgankelijk afgrazen
    «Ces fonctionnaires de la Ville ont certainement dû croire à un mirage, jeudi dernier, en apercevant, rue Gabriel-Voisin, à hauteur du nº17, un homme totalement nu, à quatre pattes, en train de brouter de l’herbe.»[4]
    Deze stadsambtenaren moesten zeker wel in een zinsbegoocheling geloofd hebben toen ze afgelopen donderdag, aan de rue Gabriel-Voisin, ter hoogte van nr. 17, een man opmerkten, helemaal naakt, op handen en voeten, die gras aan het eten was.
  3. ergatief grazen
    «Dans la prairie, les vaches lentement avançaient, broutant devant elles sans hâte et sans trêve.»[5]
    In de weide rukten de koeien langzaam op, terwijl ze in alle rust voor zich graasden.
  4. overgankelijk (figuurlijk) vervelen
  5. overgankelijk (spreektaal) (vulgair) cunnilingus uitvoeren bij (een vrouw), beffen [6]
  • brouter le gazon
beffen (lett. “het grasveld afgrazen“)
  • brouter le minou
beffen (lett. “het poesje afgrazen“)
  • brouter les pissenlits par la racine
onder de groene zoden liggen (lett. “paardenbloemen vanaf de wortel afgrazen“)
  1. brouter (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994)   op de website cnrtl.fr  .
  2. Guus Kroonen
    “Etymological Dictionary of Proto-Germanic”, Brill, Leiden - Boston (2013.), p. 80-81.
  3. Martine Chalvet
    “Une histoire de la forêt”, Éditions du Seuil   (2011)
  4.   Weblink bron “Reims : un homme arrêté alors qu'il broutait de l'herbe nu en pleine ville” (10/06/2017) op francetvinfo.fr
  5. “Un satyre, dans Les Rustiques, nouvelles villageoises”, Mercure de France   (1921)
  6. Wouw, Berry van de
    , Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 39