broodpudding
- Geluid: broodpudding (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrotpʏdɪŋ / (3 lettergrepen)
- brood·pud·ding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | broodpudding | broodpuddingen |
verkleinwoord | broodpuddinkje | broodpuddinkjes |
de broodpudding m
- (kookkunst) zoet gebak, gemaakt uit in melk geweekte broodresten, vermengd met eieren, suiker en smaakmakers zoals rozijnen, fruit, cacao of vanille
- ▸ Het weekend is het ideale moment voor broodpudding. Holtkamp geeft bij dit recept mee dat het water voor de bain-marie moet koken voordat de broodpudding de oven in gaat.[2]
- Het woord broodpudding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Hassnae Bouazza“Broodpudding” (19 februari 2021) op nrc.nl