• brood·kaart
enkelvoud meervoud
naamwoord broodkaart broodkaarten
verkleinwoord - -

de broodkaartv / m [1]

  1. een distributiebon voor brood, zoals ten tijde van de Eerste Wereldoorlog (1914—1916) in Nederland is ingevoerd
  2. (België): een van onedel metaal, karton of kunststof vervaardigde penning die kon worden ingewisseld tegen brood