bromfietshelm
- brom·fiets·helm
- samenstelling van bromfiets zn en helm zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bromfietshelm | bromfietshelmen |
verkleinwoord | bromfietshelmpje | bromfietshelmpjes |
de bromfietshelm m
- (verkeer) (hoofddeksel) een stevige helm die een bromfietser moet dragen tijdens het rijden om het hoofd te beschermen bij een val
- ▸ Hij had telkens zo'n bromfietshelm op, met de klep voor zijn gezicht.[1]
- ▸ Het ministerie van Infrastructuur en Milieu raadt aan in de tussentijd een bromfietshelm te dragen. Maar volgens de branche is dat evenmin een optie. "Die ademen niet. Je moet flink trappen dus dat is niet te doen", zegt Tom Huyskens van Bovag. Die branchevereniging van onder meer rijwielhandels heeft ervoor gezorgd dat niet de zware, zwetende brommerhelm verplicht werd, maar een nieuw type helm.[2]
1. een stevige helm die een bromfietser moet dragen tijdens het rijden...
- Het woord bromfietshelm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Nieuwe regels snelle e-bikes onhaalbaar” (21-11-2016), NOS