• broed·stoof
enkelvoud meervoud
naamwoord broedstoof broedstoven
verkleinwoord

de broedstoofv / m

  1. toestel waarmee eieren kunnen worden uitgebroed
     Hij liet zijn kennis van het beenzwart nog eens in zich opspelen, overwoog dat de broedstoof van de zacht naast hem flonkerende suiker zich nog onveranderd in het Oosthoekster espel bevond — en was gerust: op het eerste teken van Zijne ed.[2]
     Natuurmonumenten bouwt in noord-Twente broedstoven voor het vliegend hert. De organisatie wil daarmee voorkomen dat deze al zeldzame keversoort in Nederland uitsterft, aldus boswachter Simone Damhof.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Gewassen vlees”   (2014), Em. Querido's Uitgeverij  , ISBN 9789021436173
  3.   Weblink bron “Broedstoof vliegend hert moet uitsterven voorkomen” (09-07-2013), Tubantia