broedkleed
- Geluid: broedkleed (hulp, bestand)
- broed·kleed
- samenstelling van broed zn en kleed zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | broedkleed | broedkleden |
verkleinwoord |
het broedkleed o
- (dierkunde) het vaak opvallende verenkleed bij (mannetjes) vogels dat gedurende de voortplantingsperiode wordt gedragen
- ▸ De tapuit is een opvallende, middelgrote zangvogel die ooit overal in stuifzandgebieden en aan de kust te vinden was. De mannetjes in broedkleed zijn goed herkenbaar door het zwarte masker op hun kop. Maar het opvallendste aan tapuiten is dat ze allemaal in Afrika overwinteren, ongeacht waar ze broeden. Vanuit Drenthe praat je over een afstand van een paar duizend kilometer, maar vanuit Alaska is dat een tocht van 15.000 kilometer, enkele reis. Vogelbescherming spreekt over "een fenomenale trekvogel".[1]
- Het woord broedkleed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Goed nieuws voor de bijna verdwenen tapuit in Drenthe” (7 mei 2022, 16:02), NOS