brest
Betekenissen: barsten; coaguleren, verkazen
brest
- gebiedende wijs van breste
Betekenis: breuken, scheuren
brest
- verouderde spelling of vorm van brist tot 2005
Betekenis: barst, breuk, scheur
brest
- verouderde spelling of vorm van brist tot 2005
- (verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud, mannelijk
- brest
- Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord brestr.
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | brest | bresten | brestar brester |
brestane brestene |
brest, m
- barst, breuk, scheur
- geluid van het barsten van iets
- (figuurlijk) breuk (in karakter of logica)
- [1]: bresteferdig
- [1]: brestepunkt
- [1]: brestfeldig
- [1]: brestfri
- [2]: havbrest
- [2]: vêrbrest
- [3]: brest i karakteren
een breuk in de karakter