barst
- barst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | barst | barsten |
verkleinwoord | barstje | barstjes |
- breuklijn in een breekbaar voorwerp
- Er zit een barst in de voorruit.
- geen barsthelemaal niets
- • Ik snap er geen barst van, want wiskunde is veel te moeilijk voor mij.
∗ Het kon haar geen barst schelen hoe laat het was.[1]
1. breuklijn in een breekbaar voorwerp
barst
- onverbogen vorm van de overtreffende trap van bar
- onverbogen vorm van de overtreffende trap van bars
vervoeging van |
---|
barsten |
barst
- Het woord barst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "barst" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be