breel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- breel
Woordherkomst en -opbouw
- precieze herkomst onduidelijk, vermoedelijk verwant met Engels barrel, Frans baril en Oudnoords berill "vat" [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | breel | brelen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
breel
- (visserij) cilindervormig drijflichaam gebruikt in de haringvisserij
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'breel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.