breedkaakgroefbij

Nederlands

 
Vrouwtje
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • breed·kaak·groef·bij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord breedkaakgroefbij breedkaakgroefbijen
verkleinwoord breedkaakgroefbijtje breedkaakgroefbijtjes

Zelfstandig naamwoord

de breedkaakgroefbijv / m

  1. (vliesvleugeligen) Lasioglossum laticeps   een vliesvleugelig insect uit de familie Halictidae. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1870 door Schenck
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie