Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·wond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brandwond brandwonden
verkleinwoord brandwondje brandwondjes

Zelfstandig naamwoord

de brandwondv / m

  1. (medisch) een wond veroorzaakt door een sterke oververhitting van de huid, gewoonlijk door blootstelling aan vuur
    • Zijn brandwonden waren zo ernstig dat hij spoedig overleed. 
Synoniemen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be