Nederlands

 
brandweerkazerne als thuisbasis van een brandweerkops
Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·weer·korps
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brandweerkorps brandweerkorpsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het brandweerkorpso

  1. een organisatorische eenheid binnen de veiligheidsregio als geheel en wordt geleid door een eigen bestuur en die belast is met de brandweerzorg (vroeger was de brandweer per gemeente georganiseerd)
    • Het brandweerkorps Amsterdam-Amstelland wil meer vrouwen aantrekken. Het korps moet volgens commandant Leen Schaap diverser.[2] 
    • Bernard Welten gaat werken voor de brandweer Amsterdam Amstelland. De voormalige hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie gaat 40 uur per maand advieswerk verrichten voor het brandweerkorps, melden bronnen vrijdag.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen