brandvlerkvlinder

De brandvlerkvlinder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·vlerk·vlin·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brandvlerkvlinder brandvlerkvlinders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de brandvlerkvlinderm

  1. (vlinders) bepaalde soort vlinder, Pheosia tremula  , uit de familie Notodontidae, die in Nederland voorkomt [2]
  2. (vlinders) algemene naam voor vlinders uit het geslacht Pheosia  
     In Nederland heeft men aan de Pheosia's de naam brandvlerkvlinders gegeven; de soort tremula zouden wij peppel-, de soort dictaeoides berkenbrandverkvlinder kunnen noemen[3]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Oudemans, J.Th.
    “De Nederlandsche insecten” (1900), Martinus Nijhoff  
  2. Vlinderstichting
  3.   Weblink bron
    Tolman, Rinke
    “Vlinders” (1941), Het Spectrum