brandschoon
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: brandschoon (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbrɑnt.sxoːn/
Woordafbreking
- brand·schoon
Woordherkomst en -opbouw
- intensief, samenstelling van brand en schoon
stellend | |
---|---|
onverbogen | brandschoon |
verbogen | brandschone |
partitief | brandschoons |
Bijvoeglijk naamwoord
brandschoon
- geheel schoon
Gangbaarheid
- Het woord brandschoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brandschoon" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be