brandnetelfamilie

Nederlands

Grote brandnetel (Urtica dioica)

Uitspraak

• Geluid:  brandnetelfamilie    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• brand·ne·tel·fa·mi·lie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  brandnetel zn  en  familie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	brandnetelfamilie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de brandnetelfamilie v

1. (bloemplanten) een familie Urticaceae  van bedektzadigen. In Nederland is de bekendste vertegenwoordiger de brandnetel

Hyperoniemen

• zaadplanten, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• brandnetel
• groot glaskruid, klein glaskruid, ramie, slaapkamergeluk

Gangbaarheid

• Het woord 'brandnetelfamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.