Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·haar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brandhaar brandharen
verkleinwoord brandhaartje brandhaartjes

Zelfstandig naamwoord

brandhaar v / m / o

  1. (dierkunde) verdedigingsmechanisme van verschillende dieren, zoals kwallen, bestaande uit broze, met gif gevulde haren die bij aanraking een pijnlijk gevoel geven
  2. (plantkunde) verdedigingsmechanisme van verschillende planten, zoals brandnetels, bestaande uit broze, met gif gevulde haren die bij aanraking een pijnlijk gevoel geven

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen