brandhaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brand·haar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandhaar | brandharen |
verkleinwoord | brandhaartje | brandhaartjes |
Zelfstandig naamwoord
- (dierkunde) verdedigingsmechanisme van verschillende dieren, zoals kwallen, bestaande uit broze, met gif gevulde haren die bij aanraking een pijnlijk gevoel geven
- (plantkunde) verdedigingsmechanisme van verschillende planten, zoals brandnetels, bestaande uit broze, met gif gevulde haren die bij aanraking een pijnlijk gevoel geven
Gangbaarheid
- Het woord 'brandhaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.