europees gevaarsymbool teken voor extreem brandgevaarlijk materiaal
  • brand·ge·vaar·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen brandgevaarlijk brandgevaarlijker brandgevaarlijkst
verbogen brandgevaarlijke brandgevaarlijkere brandgevaarlijkste
partitief brandgevaarlijks brandgevaarlijkers -

brandgevaarlijk [1]

  1. grote kans op het ontstaan van brand hebbend
    • Wanneer Lee weer in zijn kantoor in ‘Samsung-stad’ in Seoul terugkeert is onzeker en dat baart analisten zorgen. Het concern staat onder grote druk na het echec met de brandgevaarlijke batterijen van de Galaxy Note 7-telefoons en het verlies van de koppositie in China, de belangrijkste markt ter wereld voor alle elektronica-ondernemingen.[2] 
    • Het verlies van de decorstukken en rekwisieten, deel van het collectieve ‘theatergeheugen’, deed de toneelwereld opschrikken. Het maakt de vraag actueel hoe gezelschappen eigenlijk omgaan met hun decors, zowel tijdens de tournee als na afloop. Wat gebeurt ermee? Welke risico’s zijn er? Zijn ze brandgevaarlijk? Hoe vaak worden ze bewaard om opnieuw gebruikt te kunnen worden?[3]  
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Oscar Garschagen 1 maart 2017
  3. NRC Kester Freriks 6 januari 2017