brandgevaar
- Geluid: brandgevaar (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrɑntxəˌvar / (3 lettergrepen)
- brand·ge·vaar
- samenstelling van brand en gevaar [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandgevaar | brandgevaren |
verkleinwoord | - | - |
het brandgevaar o
- gevaar voor brand
- Het woord brandgevaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brandgevaar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be