botenhuis
- bo·ten·huis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | botenhuis | botenhuizen |
verkleinwoord | botenhuisje | botenhuisjes |
het botenhuis o
- een overdekte lig- of opslagplaats voor een of meer vaartuigen
- „Zoals het met meer kunstwerken is, iedereen ziet er wat anders in,” zegt Bakker. „Maar de meesten zien er toch wel de vrouwelijke vormen en de loop van de Regge in.” Het botenhuis van de Enterse zomp is de volgende stop. In de loods zitten drie schippers te wachten op klandizie. Met voor zich een kop koffie en een mobiel in hun hand. De zomp ligt mooi te zijn achter in het botenhuis. [1]
- De villa heeft een eigen botenhuis waar Berge, die oorspronkelijk uit Haaksbergen komt, een boot kan stallen. Volgens Bekende Buren heeft al een keer samen met zijn zoontje Jack op de plassen gevaren. Buiten het botenhuis is er ook nog een eilandje dat bij de villa hoort. [2]
- Het stoffelijk overschot werd bij afrit 19 in Noordwijk aan land gebracht. Hulpdiensten en forensische experts stonden klaar voor verder onderzoek. Dat vindt plaats in het botenhuis van de KNRM, meldt KatwijkActueel. [3]
- Het woord botenhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "botenhuis" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tubantia Marga Wind 14-08-17 In de natuur van Hellendoorn stilstaan bij wat je ziet, ruikt, voelt en hoort
- ↑ Tubantia 10-01-17 Thomas Berge geeft Amsterdam op voor villa in Vinkeveen
- ↑ Tubantia Caspar Naber 09-06-17 Surfers vinden lijk in zee bij Noordwijk
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be