Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bos·wesp·bij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boswespbij boswespbijen
verkleinwoord boswespbijtje boswespbijtjes

Zelfstandig naamwoord

de boswespbijv / m

  1. (vliesvleugeligen) Nomada opaca   een vliesvleugelig insect uit de familie bijen en hommels (Apidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1913 door Alfken. De boswespbij heeft de status bedreigd op de Nederlandse Rode Lijst
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie