Nederlands

 
bosmuis (Apodemus sylvaticus)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bos·mui·zen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bosmuizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bosmuizenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bosmuis
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (knaagdieren) Apodemus   een geslacht van Palearctische muizen uit de onderfamilie der muizen en ratten van de Oude Wereld (Murinae)
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie