boself
- bos·elf
- samenstelling van bos zn en elf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boself | boselfen boselven |
verkleinwoord | boselfje | boselfjes |
- elf die in het bos woont
- (gierzwaluwachtigen) een vogel uit de familie Trochilidae (kolibries)
- Het woord 'boself' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.