borstelig
- bor·ste·lig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | borstelig | borsteliger | borsteligst |
verbogen | borstelige | borsteligere | borsteligste |
partitief | borsteligs | borsteligers | - |
borstelig [1]
- ruigharig, ruwharig net zo als een borstel
- De president van Turkije deed hem verdacht veel denken aan zeker dictatoriaal persoon met borstelig snorretje die in 1933 in Duitsland aan de macht kwam
- ▸ Hij leek een permanente glimlach te hebben onder zijn borstelige snor en was hier in de wildernis duidelijk in zijn element.[2]
- Het woord borstelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "borstelig" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be