borstelen
- bor·ste·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
borstelen |
borstelde |
geborsteld |
zwak -d | volledig |
borstelen
- overgankelijk schoonmaken met behulp van een borstel
- De hond moet nog geborsteld worden.
1. schoonmaken met behulp van een borstel
- Het woord borstelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "borstelen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be