boorput
- boor·put
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boorput | boorputten |
verkleinwoord | boorputje | boorputjes |
de boorput m
- kunstmatige pijp die ver de bodem in gaat om diepe aardlagen te bereiken, bijvoorbeeld voor onderzoek of winning van delfstoffen
- Volgens haar wordt er onder meer gesproken over een boorlocatie op land bij het dorp Hoorn, waar drie tot vijf boorputten zouden komen.[2]
- Volgens rechter Carl Barbier gedroeg BP zich roekeloos. De eigenaar van het platform, Transocean, en de leverancier van het cement waarmee de boorput gesloten moest worden, Halliburton, waren volgens Barbier nalatig.[3]
- De zoutwinning van AkzoNobel staat al sinds 9 september 2016 onder verscherpt toezicht. Dit deed SodM omdat zowel bij boorputten, als bij transportleidingen lekkages van diesel, pekel en brakwater waren vastgesteld.[4]
1.
- Het woord boorput staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boorput" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool 14 februari 2015 Terschelling vreest mogelijke gasboringen in Noordzee
- ↑ Het Parool 4 september 2014 Rechter: grove nalatigheid BP bij olieramp
- ↑ de Telegraaf 24 april 2018 'Zoutwinning Akzo langer onder toezicht'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be