• bo·nen·soep
enkelvoud meervoud
naamwoord bonensoep bonensoepen
verkleinwoord

de bonensoepv / m

  1. een maaltijdsoep waarin de voornaamste ingrediënt bonen zijn
    • Wat doen we het goed hè, op het WK. Nu Nederland door is naar de kwartfinale, gaan wij hier ook nog even door over de Braziliaanse keuken. Zwarte bonen zijn stapelvoedsel in Brazilië, en deze bonensoep is typisch zo’n klassieker waar iedereen zijn eigen recept voor heeft.[2] 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Janneke Vreugdenhil 2 juli 2014
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be