bonensoep
- bo·nen·soep
- samenstelling van boon en soep met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bonensoep | bonensoepen |
verkleinwoord |
- een maaltijdsoep waarin de voornaamste ingrediënt bonen zijn
- Wat doen we het goed hè, op het WK. Nu Nederland door is naar de kwartfinale, gaan wij hier ook nog even door over de Braziliaanse keuken. Zwarte bonen zijn stapelvoedsel in Brazilië, en deze bonensoep is typisch zo’n klassieker waar iedereen zijn eigen recept voor heeft.[2]
- Het woord bonensoep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bonensoep" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Janneke Vreugdenhil 2 juli 2014
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be