boerenkiel
- Geluid: boerenkiel (hulp, bestand)
- boe·ren·kiel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boerenkiel | boerenkielen |
verkleinwoord | boerenkieltje | boerenkieltjes |
de boerenkiel m
- een werkjas zonder voorsluiting die over het hoofd wordt aangetrokken
- ▸ Konstantin Levin keek naar binnen en zag dat er een jongeman aan het woord was; hij had een reusachtige bos haar en droeg een boerenkiel.[2]
- een werkjas zonder voorsluiting die over het hoofd wordt aangetrokken als favoriet kledingstuk tijdens het carnavalsfeest
- ▸ Bij carnaval in Den Bosch hoort een boerenkiel. Randstedelingen, wees gewaarschuwd: zonder boerenkiel zijn jullie in sommige cafés niet welkom. Dit weekend begint carnaval en de straten van Den Bosch zijn al versierd met rood-wit-gele vlaggen.[3]
1. een werkjas zonder voorsluiting die over het hoofd wordt aangetrokken
- Het woord boerenkiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.