boerenjasmijn
- (IPA in voorbereiding)
- boe·ren·jas·mijn
- samenstelling van boer en jasmijn zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boerenjasmijn | boerenjasmijnen |
verkleinwoord | boerenjasmijntje | boerenjasmijntjes |
- (bloemplanten) een geslacht Philadelphus van tweezaadlobbige planten uit de hortensiafamilie (Hydrangeaceae ). De wetenschappelijke naam van het geslacht werd in 1753 gepubliceerd door Carl Linnaeus in Species plantarum . Vertegenwoordigers van het geslacht komen van nature voor in Centraal-Europa, gematigd Azië, en in Noord- en Midden-Amerika
- hortensiafamilie, zaadplanten, asteriden, 'nieuwe' tweezaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten
- Het woord 'boerenjasmijn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] boerenjasmijn in het Nederlands Soortenregister N
- [1] boerenjasmijn op Wikidata