• bo·dem·ver·hef·fing
enkelvoud meervoud
naamwoord bodemverheffing bodemverheffingen
verkleinwoord

de bodemverheffingv

  1. een verhoging in het landschap
  2. het stijgen van de bodem
     Als ik schrijf denk ik vaak aan de onzichtbare bodemverheffing van de oostkust van Zweden, die voortdurend gaande is maar die we niet kunnen waarnemen, niet met het oog, noch met andere zintuigen.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723