bodat
- IPA: /bɔdat/
- bo·dat
- Afgeleid van het Proto-Slavische *bodati
bodat imperfectief
- steken; doorboren, prikken met bijvoorbeeld een mes
- bijten, steken; door een instect
- snijden; met betrekking tot wind en kou
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
eerste persoon | bodám | bodáme | |
tweede persoon | informeel | bodáš | bodáte |
formeel | bodáte | ||
derde persoon | bodá | bodají |
- Oude schrijfwijze: bodati imperfectief