Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blok·beest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blokbeest blokbeesten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de blokbeestv / m

  1. (studentikoos) een overijverig student, die geen aandacht heeft buiten het studeren (blokken is een verbastering van studeren)[1]
    • Moet gij nu altijd het blokbeest uithangen? 
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

45 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen