Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bloem·daas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloemdaas bloemdazen
verkleinwoord bloemdaasje bloemdaasjes

Zelfstandig naamwoord

de bloemdaasv / m

  1. (tweevleugeligen) Philipomyia aprica   een vliegensoort uit de familie van de dazen (Tabanidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1820 door Meigen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie