bliksems
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- blik·sems
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bliksems | bliksemser | bliksemst |
verbogen | bliksemse | bliksemsere | bliksemste |
partitief | bliksems | bliksemsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bliksems
- heel erg ondeugend
Tussenwerpsel
bliksems
- uitroep om heftige verontwaardiging te uiten
Verwante begrippen
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
de bliksems mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bliksem
Gangbaarheid
- Het woord bliksems staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bliksems" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be