Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bles·suur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blessuur blessuren
blessures
verkleinwoord blessuurtje blessuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de blessuurv

  1. kwetsuur door sport
    • Door blessures bij het Manchester City-duo John Stones en Fabian Delph en Ruben Loftus-Cheek van Chelsea moest Southgate op zoek naar vervangers. Eerder voegde hij al de 24-jarige James Ward-Prowse toe aan zijn selectie. De middenvelder van Southampton heeft één interland achter zijn naam. [1] 
    • Blesseren,wonden, kwetsen. Blessuur, wonde, kwetsuur. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen