Het blazoen van Haarlem.
  • bla·zoen
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘heraldisch wapen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord blazoen blazoenen
verkleinwoord blazoentje blazoentjes

het blazoeno

  1. (heraldiek) een bord waarop een (adellijk) wapen is geschilderd en dat gedecoreerd is met sieraden
    • Het blazoen van Haarlem bevat een Latijnse tekst. 
  • het blazoen schoonhouden
88 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[2]