blauwkaporganist
- (IPA in voorbereiding)
- blauw·kap·or·ga·nist
- samenstelling van blauwkap zn en organist zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwkaporganist | blauwkaporganisten |
verkleinwoord | blauwkaporganistje | blauwkaporganistjes |
de blauwkaporganist m
- (zangvogels) Chlorophonia elegantissima een zangvogel uit de familie Fringillidae (vinkachtigen). Deze soort telt drie ondersoorten
- Het woord 'blauwkaporganist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.