blauwe koffervis
- (IPA in voorbereiding)
- blau·we kof·fer·vis
- verbinding van blauwe en koffervis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwe koffervis | blauwe koffervissen |
verkleinwoord | blauw koffervisje | blauwe koffervisjes |
de blauwe koffervis m
- (straalvinnigen) Ostracion cyanurus een vis uit de familie van de koffervissen (Ostraciidae ). De wetenschappelijke naam is voor het eerst gepubliceerd door Eduard Rüppell in 1828. De vis bereikt een lengte van ongeveer 15 centimeter en leeft in koraalriffen van tropische en subtropische zeeën
- koffervissen, kogelvisachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'blauwe koffervis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.