blaker
- bla·ker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blaker | blakers |
verkleinwoord | blakertje | blakertjes |
de blaker m
- lage kandelaar met brede, platte voet en een handvat
vervoeging van |
---|
blakeren |
blaker
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blakeren
- Ik blaker.
- gebiedende wijs van blakeren
- Blaker!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blakeren
- Blaker je?
- Het woord blaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blaker" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ blaker op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be